![Foto](/uploads/6/5/7/8/65789125/9739002.jpg?283)
Aan de hand van de context ‘voeding’ leer je in dit thema hoe vetten en oliën er op moleculair niveau uitzien. Daarvoor leer je eerst hoe je van de alkanolen, alkaanzuren en alkeenzuren de structuurformules kunt tekenen en de systematische naam kunt geven. Vervolgens leer je hoe deze moleculen met elkaar kunnen reageren tot een ester. Je kunt daarna aangeven waarom oliën en vetten ook tot de esters behoren en uitleggen welke beginstoffen nodig zijn om een olie of vet te maken. Je leert wat het verschil op microniveau is tussen een (vloeibare) olie en een vet en hoe vetharding in zijn werk gaat.
Na het doorlopen van thema 5 kun je:
Differentiatie:
De twee extra sessies in dit thema kun je doorwerken als je op schema bent en wat meer wilt weten over hoe een verestering daadwerkelijk stap voor stap verloopt (5.4) of over hoe je op macro- meso- en microniveau eigenschappen van stoffen kunt verklaren (5.5). Vooral dit laatste onderwerp komt vaker terug, omdat dit een belangrijk onderdeel is in het eindexamen.
Na het doorlopen van thema 5 kun je:
- structuurformules van alkanolen, alkaanzuren en alkeenzuren tekenen en benoemen
- structuurformules van vetten en oliën herkennen
- de verestering herkennen
- het verschil uitleggen tussen een olie en een vet
- reactievergelijkingen maken van een verestering
Differentiatie:
De twee extra sessies in dit thema kun je doorwerken als je op schema bent en wat meer wilt weten over hoe een verestering daadwerkelijk stap voor stap verloopt (5.4) of over hoe je op macro- meso- en microniveau eigenschappen van stoffen kunt verklaren (5.5). Vooral dit laatste onderwerp komt vaker terug, omdat dit een belangrijk onderdeel is in het eindexamen.